Dit stuk eindigt met drie heel praktische oefeningen voor jou en je kind(eren). Dan weet je dat alvast.

 

Maar eerst een mooi verhaal. Een mooie zaterdag. Prachtig weer, ik zat op een bankje bij een natuurgebied te genieten van de zon. Ik zag twee kleine meisjes, van een jaar of 4 en een jaar of 2. Ze speelden in het gras en liepen naar de rand van een brede sloot. De overkant lonkte. Ze wilden oversteken, via een loopplank. Er waren twee loopplanken: een smalle en even verderop een brede. Het idee was: via de ene loopplank over de sloot en via de andere weer terug.

 

 

Toe maar!
Mijn eerste gedachte was: oei, als dat maar goed gaat. Die kleine is nog best onvast op haar beentjes. Maar de ouders dachten daar duidelijk anders over. Zij zaten op een ander bankje en stuurden hun dochtertjes met woorden naar de overkant. “Toe maar! Zachtjes lopen, dan gaat het goed. Niet naast elkaar, achter elkaar.” De beide dametjes schuifelden via de smalle plank naar de overkant. Gelukt! Toen moesten ze weer terug. De oudste was rap de brede plank over. Het kleinste meisje struikelde en viel op haar knietjes, vlak voor de rand van de sloot. Bijna een nat pak! Ze bleef zitten, leek niet zo goed overeind te kunnen of durven komen.

 

Applaus
Ik denk dat de meeste ouders in de benen gesprongen zouden zijn om te helpen, maar zo niet deze ouders. De vader stuurde het oudste meisje terug om haar zusje te helpen. “Geef haar maar een hand en help haar overeind. Hou haar hand vast tot ze op de plank is en laat háár dan voorgaan. Goed zo!” Het ging zo prachtig, de meisjes deden precies wat hun vader zei. Toen ze allebei aan de overkant waren, kregen ze groot applaus van hun ouders.

 

Leermomenten
Ik zat te genieten en gaf in gedachten de ouders applaus. Wat mooi dat ze zo rustig bleven! En wat leerden ze hun kinderen veel! Wat ik zag: de meisjes leerden hun grenzen verkennen. Ze leerden angst overwinnen. Ze leerden een ander te helpen of hulp te ontvangen. Ze kregen zelfvertrouwen. Ze wisten: het is veilig, want pappa en mamma zeggen dat het zo kan. Deze ouders gaven hun kinderen positieve ervaringen. Het had ook zomaar in gemopper kunnen ontaarden. Ze hadden ongerustheid kunnen uitstralen. Maar dat gebeurde allemaal niet. Ze verstonden de kunst hun kinderen precies ver genoeg los te laten. Prachtig om te zien.

 

Ervaringen
Dit verhaal laat prachtig zien hoe je als vader en/of moeder een belangrijke bijdrage kunt leveren aan het vergroten van het zelfvertrouwen van je kind. Positieve ervaringen zorgen voor meer zelfvertrouwen. De manier waarop je leert om te gaan met welke ervaring dan ook, vormt de basis voor hoe je later als volwassene in het leven staat. En daar kun jij als pappa of mamma bij helpen.

Hoe doe je dat dan? Ik heb zes tips en drie praktische oefeningen voor je:

Zes tips voor het vergroten van het zelfvertrouwen van je kind

 

Tip 1

Geef je kind aandacht en liefde – vanzelfsprekend, maar heel belangrijk.

 

Tip 2​​

Laat je kind merken: ik geloof in jou, ik weet gewoon dat je het kunt. Dat kun je laten merken door wat je zegt, maar ook door wat je uitstraalt. Kinderen pikken dat feilloos op.

 

Tip 3​​

Geef je kind de ruimte – zeg dus niet te gauw: ik help je wel even. Laat je kind het zelf doen en op zijn eigen manier. Dan kan hij of zij zelf een oplossing vinden. Je helpt pas als je kind er echt niet zelf uit komt.

 

Tip 4​​

Leer je kind dat fouten maken mag, dat dat niet erg is. Laat dat ook zien door de manier waarop je met je eigen fouten omgaat.

 

Tip 5
Zorg dat je kind zich veilig voelt. Ruimte krijgen en fouten maken – een kind kan het alleen aangaan als hij of zij weet: ik kan altijd terugvallen op pappa en/of mamma.

 

Tip 6

Geef aandacht aan wat al goed gaat. Geef er complimenten over die gaan over het proces.  Dus bijvoorbeeld: “ik heb gezien hoe hard je hebt gewerkt” of: “wat goed dat je hebt volgehouden”.

 

Drie praktische oefeningen die je kind meer zelfvertrouwen geven

 

Misschien heb je behoefte aan een meer praktische invulling, daarom heb ik drie oefeningen. Hiermee kun je echt aan de slag met je kinderen.

 

 

Oefening 1 – boekje

Geef je kind een (dag)boekje en laat hem of  haar regelmatig drie dingen opschrijven waar hij of zij trots op is. Help je kind daarbij door vragen te stellen als: wat ging er goed? Wat heb je geleerd? Wat heb je gedaan dat je eerst niet durfde?

 

 

Oefening 2 – zon

Een variant hierop is dat je een papier neemt, je kind daar een mooie zon op laat tekenen en hem of haar laat vertellen wat er die dag allemaal leuk en fijn was. Hij of zij schrijft het in de zon of op de stralen. Puur voor de positiviteit.

 

 

Oefening 3 – rollenspel

Gaat het om het overwinnen van moeilijke situaties, dan kun je die samen met je kind oefenen in een rollenspel. Je oefent dan bijvoorbeeld hoe je kunt reageren als een ander kind een rotopmerking maakt. Jij doet het eerst voor. Je speelt dan je kind en je kind zegt iets lelijks tegen jou. Eerst reageer je op een manier die niet echt helpend is, zoals bijvoorbeeld schouders laten hangen en verdrietig kijken. Daarna doe je het nog een keer en reageer je op een helpende manier: je staat rechtop, kijkt de ander in de ogen en zegt heel duidelijk en zeker dat je het niet oké vindt. Of je loopt gewoon weg, wel met die zekere houding. Daarna draaien jullie de rollen om en laat je je kind oefenen.

 

Ik hoop dat je hier wat mee kunt! Ik zou zeggen: oefen er samen mee. Ik wens je veel plezier en succes.