Onze oudste zoon was een jaar of zes. Hij kreeg een nieuw vriendje, deze jongen was bij ons in de straat komen wonen. En ik vond het leuk dat ze zo goed met elkaar konden opschieten. Maar wat ik niet zo leuk vond, was dat onze zoon opeens heel agressief ging doen. Vechten, slaan, schreeuwen. Zijn broertje werd er bang van. En ik dacht: “Waar komt dat ineens vandaan?” Het antwoord kwam toen ik hem samen met het nieuwe vriendje zag spelen. Hij nam dit gedrag over, vond het wel stoer. Maar ik was er niet zo blij mee.

 

Dit voorbeeld geeft aan dat je minder blij kunt zijn met de vrienden van je kind. Ik schreef de vorige keer ook al over kindervriendschappen. Deze keer ga ik in op de volgende vragen:

 

• Hoe stimuleer ik de juiste vriendschappen?
• Is het niet beter om me helemaal niet te bemoeien met welke vriendjes mijn kind kiest?
• Wat moet ik doen als in mijn ogen een vriendje/vriendinnetje duidelijk een verkeerde invloed heeft op mijn kind?

 

Ook nu richt ik me op kinderen in de leeftijd tot 12 jaar.

 

Anders kijken
Als ouders wil je heel graag dat je kind het fijn heeft met zijn of haar vriendjes. Misschien zou jij het liefst de vriendjes/vriendinnetjes van je kind uitkiezen. Je kunt er wel iets in sturen, maar bedenk dan dat je kind een eigen persoon is. Hij of zij mag dan ook zijn/haar eigen vrienden kiezen. Je ziet vaak bij jonge kinderen dat ze een vriendje kiezen dat een soort tegenpool is. Een heel rustig kind dat niet veel durft, speelt met een vriendje dat behoorlijk ondernemend is. Dan kun je je afvragen waarom hij of zij juist dit vriendje kiest. Je kunt ook denken: mijn kind leert zijn/haar eigen grenzen verleggen, omdat hij/zij uitgedaagd wordt door die ander. Met andere woorden: kijk er eens op een andere manier naar.

 

Vertrouwen
Moet je je dan helemaal niet bemoeien met wie je kind kiest? Deze vraag heeft te maken met de vraag wat je moet doen als je kind een ‘fout’ vriendje heeft (in jouw ogen). Allereerst dit: In principe is het goed om je kind zijn of haar eigen vrienden te laten kiezen. Geef je kind ook het vertrouwen dat hij of zij een vriend of vriendin kiest die goed voor hem/haar is. Vertrouw erop dat je kind weerstand kan bieden tegen verkeerde invloeden van een vriendje. En geef je kind ook de kans om te leren van vriendschappen die toch niet zo goed uitpakken.

 

Contact
Het sleutelwoord hierbij is: blijf in contact met je kind. Praat over de vriendschap. Daarbij helpt het niet om het vriendje/vriendinnetje te veroordelen. Ook zal het niet helpen de vriendschap te verbieden. Integendeel: dit zal juist averechts werken. Wat wel helpt, is vragen te stellen over de vriendschap. Stel vragen als: wat vind je zo leuk aan je vriendje? Wat vind je zo leuk aan wat jullie samen doen? Wat maakt het spelen zo spannend? Toon belangstelling, duik in de belevingswereld van je kind. Wanneer je daar al mee begint als je kind jong is, heb je tijdens de puberteit ook een betere ingang. Dan is het gewoon om over dit soort dingen te praten.

 

Praten
En wat als het echt niet oké is, de invloed die het vriendje/vriendinnetje op jouw kind heeft? Blijf dan in gesprek. Verbied de vriendschap niet, maar stel er wel vragen over. Laat je kind zelf de minder leuke kanten van de vriendschap benoemen. Praat er daarna over door. En geef grenzen waar je kind ze nodig heeft. Bedenk: een ‘fout’ vriendje is een vriendje waar je kind van kan leren. Vraag het vriendje/vriendinnetje bij je thuis, zodat je kunt zien hoe ze met elkaar omgaan. En daar later op terug kunt komen bij je kind. Praat dan over het gedrag dat je hebt gezien, veroordeel het vriendje niet als persoon. En op het moment dat de kinderen samen bij jou thuis spelen, houd je de regels voor iedereen duidelijk. Je begrenst gedrag dat je niet wilt zien.

 

Vermijden
Wees alert wanneer je kind probeert te vermijden dat jullie zijn/haar vriendje leren kennen. Je merkt dan bijvoorbeeld dat je kind niet wil praten over zijn/haar vriend(in) en hem of haar ook niet mee wil nemen naar jullie thuis. Dan klopt er vaak iets niet. En ook dan is opnieuw het allerbelangrijkste: blijf in contact met je kind, zodat je weet wat er in hem of haar omgaat. Van daaruit kun je het gesprek aangaan.

 

Verbinding
Ik hoop dat ik duidelijk heb gemaakt dat het allerbelangrijkste is dat je in verbinding bent met je kind. Vanuit die verbinding kun je dingen bespreken en bijsturen. En verbinding is natuurlijk niet alleen belangrijk als het om vriendschappen gaat. Alles wat er in je kind omgaat, verdient jouw aandacht. Zorg dus dat je in contact blijft!